Logo Santeon

CVA-patiënten krijgen inzicht in herstel arm-handfunctie

De plaats en grootte van een CVA bepalen welke functies van het lichaam uitvallen. Bij een deel van de CVA-patiënten treedt er bijvoorbeeld uitval op van de arm en hand. Hoeveel herstel er optreedt in de arm- en handfunctie, verschilt per patiënt. Om samen met patiënten beter te kunnen beslissen over de best passende revalidatiedoelstellingen wordt binnen het Experiment aan CVA patiënten inzicht gegeven in het mogelijke herstel van de arm-handfunctie.

Vanuit de (neuro)revalidatievakgroep in Rijndam revalidatie, Erasmus MC en Amsterdam UMC is een voorspelmodel ontwikkeld dat informatie geeft over het verloop van het herstel van de hand-arm functie over tijd en een voorspelling van het te bereiken herstel en de duur van het herstel. Samen met de Santeon ziekenhuizen wordt gewerkt aan inzet van dit voorspelmodel in het ziekenhuis op een voor patiënten betekenisvolle wijze. Zo is met behulp van een datavisualisatie expert gewerkt aan een voor patiënten begrijpelijke wijze van presenteren (zie afbeelding).

In één oogopslag

Leandra Droog, ergotherapeut in het Maasstad Ziekenhuis, is betrokken bij de inzet van het model bij haar patiënten. “Aan de hand van het voorspelmodel geef ik mijn patiënt uitleg over het te bereiken herstel en de duur van het herstel. Het kan heel motiverend werken voor iemand om te weten waar hij of zij naartoe kan werken. Het voorspelmodel geeft de patiënt in één oogopslag inzicht in het te verwachten herstel van de arm-hand functie. Vervolgens stellen wij als ergotherapeuten samen met de patiënt de doelen van de behandeling op. Dat kan zijn geheel of deels herstel van de arm-hand functie, of toch het aanleren van eenhandig werken binnen het dagelijks handelen. Wat de patiënt zelf belangrijk vindt, wordt hier uiteraard in meegenomen. Zo kunnen we samen beslissen over de beste behandeling.” De behandeling van de arm/handfunctie kan zich richten op herstel, compensatie of juist een combinatie van beide, waarbij de patiënt zo zelfstandig mogelijk wordt binnen zijn dagelijks handelen. “Bij een patiënt waarbij er goed herstel te verwachten is, kan samen met de patiënt worden besloten om alle aandacht in de therapie in te zetten op de paretische arm en niet op compensatie door de niet-aangedane arm. Bij een matige prognose zal de therapie meer gericht zijn op het aanleren van een andere manier van handelen, door gebruik te maken van compensatiestrategieën of door gebruik te maken van hulpmiddelen.”

Gezamenlijke effort

Geeke Waverijn en Rudy de Haan van het Maasstad Ziekenhuis zijn betrokken bij de technische integratie van het voorspelmodel in het EPD in Maasstad. Geeke: “De integratie is het resultaat van een gezamenlijke effort. Zowel zorgverleners als techneuten, zoals modelontwikkelaars en designers, zijn betrokken. We hebben met elkaar bepaald hoe de juiste data te verkrijgen. Hiervoor was ook een andere manier van werken nodig. De resultaten van de vingerextensie en de schouderabductie moesten bijvoorbeeld anders worden genoteerd binnen de verslaglegging dan zorgverleners gewend waren.” Het voorspelmodel is via een koppeling in het EPD in te zien voor de zorgverlener.

Pilot

Het voorspelmodel wordt momenteel ingezet middels een kleinschalige pilot in Maasstad en OLVG. Omdat het belangrijk is om de bruikbaarheid van voorspelmodellen bij samen beslissen in kaart te brengen en te zien of het voldoet aan de wensen van de patiënt en ergotherapeut is hier een kwalitatieve evaluatie aan gekoppeld.

1